Korte stukjes

Korte stukjes

De Boortoren van Babel

Ooit, zo verhaalt de bijbel, werd er op de hele aarde één enkele taal gesproken. Welke taal dat was blijft helaas onvermeld. Bestond zij uit dezelfde woorden waarvan God en Adam zich bedienden toen zij zich met elkaar onderhielden in het paradijs en waarmee de slang Eva lispelend verleidde? Zo ja hoe klonken zij, die woorden die er waren in den Beginne? Dat is één van de punten waarop de Heilige Schrift wel wat informatiever had mogen zijn, want de vraag hoe het oorspronkelijke idioom van de mens er uit zag heeft duizenden jaren lang de nieuwsgierigheid geprikkeld.

Zo vertelt Homerus dat de Egyptische farao Psammetichus opdracht gaf om twee pasgeboren kinderen bij hun ouders weg te halen en ze in afzondering te laten opgroeien, zonder dat er tegen hen gesproken werd. Hij hoopte dat de kinderen spontaan Egyptisch zouden gaan spreken, wat volgens hem het bewijs zou zijn dat het Egyptisch de oudste taal op de wereld was. Naar verluidt was het eerste woord dat de peuters na jaren van linguïstisch isolement uitbrachten bekos. Waarschijnlijk bootsten ze daarmee het gemekker van de geiten na waartussen zij waren opgegroeid, maar het toeval wilde dat ‘bekos’ het woord was dat Frygiërs gebruikten voor ‘brood’. Na kennis genomen te hebben van dit voor hem teleurstellende resultaat, trok de farao de conclusie dat niet het Egyptisch maar het Frygisch de oudste taal ter wereld was.

Meer dan tweeduizend jaar later, in de zestiende eeuw, liet de Schotse koning Jacobus II het experiment nog eens overdoen. Ditmaal kon men de weetgrage monarch melden dat de kleintjes, die jarenlang in een speciaal voor hen gebouwd verblijf waren verzorgd door een stomme vrouw, spontaan vloeiend Hebreeuws waren gaan spreken. Betekende dit opmerkelijke resultaat dat wanneer kinderen hun moedertaal leren – Duits of Arabisch – zij eerst hun natuurlijke neiging moeten leren onderdrukken om zich in het Hebreeuws te uiten? Had Psammetichus iets over het hoofd gezien?

De Duitse keizer Frederik II had van genoemde vorsten waarschijnlijk de meest wetenschappelijke instelling. Toen hij eenzelfde taalkundig onderzoek in de dertiende eeuw liet uitvoeren, droeg hij er zorg voor dat de omstandigheden waaronder dat gebeurde streng werden gecontroleerd. Na jarenlang door hermetisch zwijgende verzorgers te zijn gevoed en gewassen, konden de jeugdige proefpersonen uiteindelijk niet veel meer uitbrengen dan wat dierlijk gegrom. Het is niet bekend welke conclusie omtrent de afstamming van de mens de keizer uit dit gegeven trok. Dat is jammer, want deze vorst schrok niet terug voor een controversiële gevolgtrekking. Zo had hij in een eerder experiment een proefpersoon in een ton laten opsluiten, om langs empirische weg te kunnen vaststellen of er na diens dood een ziel uit het vat zou ontsnappen. Toen dit niet het geval bleek besloot de keizer dat, in tegenstelling tot wat de kerk leert, de menselijke ziel tegelijk met het lichaam vergaat.

Frygisch, Egyptisch, Hebreeuws of dierlijk grommen, het blijft gissen welke taal er oorspronkelijk door de nakomelingen van Noach werd gesproken. Wel weten wij uit de bijbel dat het de taal geweest moet zijn van een fantasierijk en ondernemend volk. Een technisch ontwikkeld volk ook, dat zich had voorgenomen een toren te bouwen die de kloof tussen hemel en aarde zou overbruggen. De Schepper van hemel en aarde, en dus ook van die kloof, nam met bezorgdheid kennis van de plannen voor dit architectonisch hoogstandje. Wat God gescheiden heeft zal de mens niet samenvoegen, zo moet Hij hebben overwogen. Dus daalde Hij af uit de hemel en bracht op aarde een Babylonische spraakverwarring tot stand, een toestand van wederzijds onbegrip die vanaf dat moment een dominant kenmerk van de menselijke geschiedenis zou blijven. Onder die omstandigheden ondervonden planning en bouw van de toren ernstige vertraging, en moesten deze uiteindelijk geheel worden stilgelegd. De kloof tussen hemel en aarde bleef bestaan.

Babylon, de stad waar de afstand tussen de woonplaats van God en die van de mens had moeten worden overbrugd, kreeg in de bijbel een slechte naam. Oudtestamentische profeten noemden haar de Grote Hoer, verwijzend naar de tempelprostitutie en de nauwe verwevenheid tussen de vruchtbaarheidscultus van de Babyloniërs en seks. Ook deze poging om hemel en aarde te verzoenen kon niet rekenen op veel sympathie bij de puriteinse buiksprekers van de Architect der Grote Spraakverwarring.

Erfgenamen van die Verwarring afkomstig uit God’s Own Country en onder leiding van een godvrezende president, namen in maart 2003 de Grote Hoer vanuit de lucht. In hun strijd tegen concurrerende erfgenamen afkomstig uit het land van een anderstalige God richtten zij een 150 hectare groot Camp Babylon  in op de plaats waar eens de brug naar de hemel had moeten komen. Zij spraken een krachtige en uiterst effectieve taal die door de overlevenden snel werd begrepen. Onder hun geknauwde bevelen werd 2600 jaar oud plaveisel vergruisd, en werden grote delen van het terrein met behulp van puinresten geëgaliseerd ten behoeve van parkeerterreinen voor vrachtwagens en landingsplaatsen voor helikopters die de kloof tussen hemel en aarde op geavanceerde wijze overbrugden. Archeologisch materiaal werd gebruikt als vulling voor zandzakken.

Camp Babylon kreeg zijn eigen torens: boortorens. De aardbewoners hadden hun lesje inmiddels geleerd. De Boortorens van Babylon zijn niet opgericht om de kloof tussen hemel en aarde te overbruggen. God hoeft zich geen zorgen te maken over te grote eendracht onder de mensen, de verwarring is compleet. Vanuit de hemel kijken Psammetichus, Jacobus II en Frederik II belangstellend toe, nieuwsgierig welke taal de kinderen die geboren worden in deze omstandigheden spontaan zullen gaan spreken. Het experiment loopt nog.