Korte stukjes

Korte stukjes

Het boekenparadijs

In het paradijs waren geen boeken. Adam en Eva lazen niet, evenmin als hun schepper wiens beelddrager zij waren. Toen de slang hen kwam verleiden, sleepte hij dan ook geen Verboden Boek met zich mee, maar gaf hij de raad om vruchten van de Boom der Wijsheid te plukken die daar zomaar voor het grijpen hingen. Geen boek heeft ooit zoveel gevolgen gehad als dit appèl. Wijsheid die eenvoudig voor het grijpen is bleek voor mensen onverteerbaar; geen wonder dat God die voor zichzelf had willlen houden. Kotsend ontvluchtten Adam en Eva het paradijs, nagestaard door de grijnzende slang die zelf al lang geleden had geleerd de Wijsheidsboom te mijden als de pest.

Pas nadat zijn uit de hand gelopen experimenten de Hof van Eden hadden ingeruild voor Babel, vond God het raadzaam om aan hun nakomelingen wat boekenwijsheid mee te geven, gedoseerd,  zoals passend was voor deze hardleerse creaturen. Doch ook dit experiment mislukte. De Volkeren van het Boek begonnen elkaar met Heilige Geschriften de hersens in te slaan omdat elk zich pachter van de Wijsheid waande. De heidense boekrollen uit de grootste bibliotheek van de Oudheid verdwenen in de ovens die de badhuizen van Alexandrië moesten verwarmen. Volgens de legende op last van kalief Omar die met de ijzige logica van de ware gelovige had vastgesteld: “Ofwel zijn de boeken in strijd met de Koran en in dat geval bevatten ze ketterij, ofwel zijn ze in overeenstemming met de Koran en in dat geval zijn ze overbodig.” Si non e vero, e ben trovato.

In onze tijd zijn er boekverkopers die hun negotie Het Boekenparadijs noemen, wat net zo’n armzalige naam is als De Schemerlampenhemel of Het Walhalla voor de Doe het Zelver. In het paradijs bestaat geen behoefte aan boeken, net zomin als de hemel behoefte heeft aan schemerlampen. Boeken horen niet bij het paradijs, zij horen bij Babel. Er was een Borges voor nodig om in te zien dat de labyrintische Bibliotheek die alle boeken omvat noodzakelijkerwijs De Bibliotheek van Babel moest heten. Boeken horen bij permanente spraakverwarring die zij helpen vergroten. Dat is hun raison d’être. Borges maakt melding van bewoners van de oneindige Bibliotheek die “de bijgelovige en ijdele gewoonte afwijzen om naar zinvolheid in boeken te zoeken”, een gewoonte die zij vergelijken met de pogingen om zinvolheid te zoeken “in dromen of in de chaotische lijnen van de hand”. Zij hebben, als Odysseus, hun oren dichtgestopt voor het verleidelijke lispelen van de slang. De anderen, de zoekers naar het Boekenparadijs, blijven vertwijfeld ronddolen, aan ieder die het horen wil maar niet antwoorden kan vragend waar zij wijsheid kunnen vinden. Bij het vernemen van die vraag antwoordt de zenmeester hen met stokslagen. Zijn leerlingen noemen hem Wijze Meester.