Gedichten

Gedichten

Egidius, waer bestu bleven?Mi lanct naer di gezelle mijn.
Anoniem (14de eeuw)

Finis

Ik ben het steppenpaard, slow slow steppenpaard 
van heinde naar verre 
lost my way 
van heg noch steg
lost track. 

Ik ben het slow slow steppenpaard 
leegbloed steppenpaard 
tors mijn doolhof, mijn versleten atlas 
herinneringen bijster,
lost my way.

Soms op een oude zondagmiddag lijkt 
alles keert weerom, de Lethe wijkt: pad door de dode zee. 
Zie hoe behaagziek zich de steppe verft (bejaarde zangeres)
en lang geleden tijd bedenktijd wordt: 
Maar horen vergaan, zien vergaan 
herinnering verveegd, mist van verre 
vermolmd het woord dat was in den beginne: 
Egidius... 

Mi lanct naer di meinedige gazelle 
mijn enige gezelle, die in mijn mond bestorven ligt. 
Waer bestu bleven nu het einde nadert?Zie wat ik werd: 
mijn steppe dort woestijn. Hoor wat mij rest: 
de gieren onher roepen.